Afbeelding: detail van Portret van Camille Roulin door Vincent van Gogh uit 1888
* * *
Voorwoord van het boek bij de tentoonstelling Vanwege Vincent – De geboortestreek van Van Gogh als inspiratie, van 18 december 2021 tot 1 mei 2021 in Stedelijk Museum Breda
* * *
Het geboortehuis van iemand aan wie we veel belang hechten, krijgt vaak symbolische waarde. Het heeft iets magisch om op de plek te zijn waar deze persoon het levenslicht zag, eerste stappen zette, eerste woorden sprak. Ook de omgeving van diens jeugd heeft een dergelijke uitstraling. Je spiegelt je eigen indrukken en ervaringen aan die van de ander, waardoor je het gevoel krijgt dat je je beter kunt inleven. Toch is er over de invloed van de fysieke omgeving op een kind veel onduidelijk. We praten over ‘stadskinderen’ en ‘dorpskinderen’, maar op welke manier die van elkaar verschillen blijft hangen in clichés. Wel wijzen verschillende onderzoeken op de positieve invloed van een ‘natuurrijke’ omgeving op creativiteit en het vermogen om te denken en te leren.
Wat betekende zijn geboortestreek voor de kunstenaar Vincent van Gogh? Kunnen we de ervaring van zijn eerste levensjaren nog navoelen? En kan die nagevoelde ervaring een bron van inspiratie zijn voor hedendaagse kunstenaars? Deze vragen vormen het vertrekpunt voor de werkperiodes van kunstenaars in het gastatelier in Zundert onder de noemer ‘Van Gogh AiR’. Ze liggen ook aan de basis van dit boek en de gelijknamige tentoonstelling in Stedelijk Museum Breda, die beide tot stand kwamen in samenwerking met het Vincent van Goghhuis in Zundert.
Uit de schilderijen en brieven van Van Gogh spreekt een zintuiglijke beleving van de natuur die hij zelf in verband brengt met zijn jeugd. Het ligt voor de hand dat de natuurbeleving van Vincent ook een religieus aspect had. Dat God zich door middel van de natuur aan de mens openbaart, was in een domineesgezin geen vreemde gedachte. Pas op latere leeftijd kreeg zijn natuurbeleving ook een romantische kant. De religieuze zweem vermengde zich met persoonlijke nostalgie en het verlangen naar een wereld die nog niet was aangetast door de vooruitgang.
Doordat vader Van Gogh als dominee geen hoogvlieger was, belandde het gezin in kleine Brabantse dorpen, zoals Zundert. Veel van die plaatsen hebben een deel van hun negentiende-eeuwse karakter behouden. Dat geldt in mindere mate voor de bebouwing dan voor de natuur. Zonder een overmatig beroep op het voorstellingsvermogen kun je nog steeds door de landschappen wandelen waar de jonge Vincent heeft rondgezworven.
Ook de kunstenaars in het gastatelier in Zundert putten hun inspiratie uit de omgeving, zowel de werkelijke natuur als de symbolisch geladen geboortegrond. Door het lezen van de brieven van Van Gogh volgen ze zijn levensloop en dringen ze door in zijn denkwereld. En natuurlijk bestuderen ze zijn schilderijen als ‘kiemen van iets wat nog lang zal blijven bestaan, net zo lang als er ogen zijn die genieten van iets wat eigenaardig mooi is.’ (Uit een brief aan zijn jongste zuster uit Arles in 1888)
Ik vermoed dat de kunstenaars tijdens hun verblijf in Zundert ook terugdenken aan de omgeving van hun eigen jeugd en eerste indrukken. En het lijkt me aannemelijk dat die gedachten zich uitbreiden tot een reflectie op hun kunstenaarschap. Voor de goede verstaander ademt de geboortestreek van Van Gogh nog steeds de onbevangenheid van het kind én de kunstenaar. De onbevangenheid die niet alleen noodzakelijk is om geïnspireerd te worden, maar ook zelf te inspireren.