Angst, een introductie

Afbeelding: Fiddler en Fifer in Three Little Pigs

* * *

Onderstaande tekst sprak ik uit op 14 december 2012, bij de opening van het Studium Generale van ArtEZ over angst.

* * *

Achter mij zien jullie de animatiefilm Three Little Pigs, waarmee Walt Disney in 1934 een Oscar won. Deze Silly Symphony wordt algemeen beschouwd als één van de beste en succesvolste tekenfilms aller tijden. Met name de overtuigende uitwerking van de karakters vormde in die tijd een doorbraak.

Er zijn vier hoofdfiguren: drie biggetjes en een wolf. De biggetjes heten Practical Pig, Fiddler Pig en Fifer Pig. Alle drie spelen een instrument, respectievelijk piano, viool en fluit. Als kleine varkentjes vertegenwoordigen ze de jeugd. Misschien zijn het wel schoolverlaters, omdat ze voor het eerst op zichzelf gaan wonen. Fiddler en Fifer maken hun huizen van takken en stro; Practical bouwt een bakstenen huis.

Fiddler en Fifer zijn snel klaar met bouwen en gaan daarna weer dansen en zingen. Practical neemt zijn werk serieus en maakt lange dagen. Hij wordt door de anderen uitgelachen omdat hij zich zo inspant. Practical op zijn beurt waarschuwt Fiddler en Fifer: ‘I’ll be safe and you’ll be sorry when the Wolf comes through your door!’ Maar ze gaan onbezorgd door met dansen en spelen, en zingen vrolijk plagend ‘Who’s Afraid of the Big Bad Wolf’.

Dan komt de Grote Boze Wolf te voorschijn. Hij blaast met enige inspanning de gammele huizen van Fiddler en Fifer omver die angstig hun toevlucht zoeken in het stenen huis van Practical. Tegen diens deur kan de wolf blazen wat hij wil, maar hij krijgt hem niet open. Wanneer hij uitzinnig van woede en frustratie tenslotte probeert om door de schoorsteen binnen te komen, valt hij in een pot met kokend water (en terpentijn). Hij schiet schreeuwend van pijn weer uit de schoorsteen en verdwijnt in de verte. De opgeluchte biggetjes zingen samen ‘Who’s Afraid of the Big Bad Wolf’, door Practical begeleid op zijn – bakstenen – piano.

Maar ondanks de vrolijkheid hebben Fiddler en Fifer hun angst nog niet overwonnen. Als Practical voor de grap op de piano klopt, vluchten ze in paniek onder het bed. Disney maakt zo een veelbetekenend voorbehoud bij het happy end.

Three Little Pigs heeft een opvoedkundige moraal (het is beter om ijverig dan lui te zijn), maar in wezen gaat de film over angst. Zo was het in de jaren ’30 toen de Grote Boze Wolf symbool stond voor de Grote Depressie. En zo was het voor de Tweede Wereldoorlog toen hij de verbeelding werd van Hitler en Nazi-Duitsland. Ook vandaag vraagt hij ons waar we bang voor zijn. En als we dat al kunnen benoemen, hoe gedragen we ons dan? Nemen we de houding aan van Fiddler en Fifer, of die van Practical?

Ik denk dat de meesten van ons meer sympathie voelen voor Fiddler en Fifer dan voor Practical. Ze lijken misschien zelfs een beetje op ons, en wij op hen. We willen, net als zij, de ruimte en de tijd om te dansen en te zingen, te spelen en van het leven te genieten. We beschouwen de realiteitszin van Practical eigenlijk als gebrek aan fantasie. We willen ons niet laten leiden door zijn verlangen naar zekerheid en voorspelbaarheid. We werken met z’n allen tenslotte niet voor niets op een kunsthogeschool, want kunst gaat over risico’s en verbazing en geluk. Laat Practical maar commerciële economie studeren op inHolland – als hij ons maar niet lastig valt met zijn PowerPoint-grafieken en zijn dodelijk saaie, kaarsrechte carrièrepad.

En toch, we begrijpen ook maar al te goed dat we Practical niet kunnen missen. Als hij zijn plicht had verzuimd, had de Grote Boze Wolf de andere twee biggetjes opgegeten.

In wezen vormen Fiddler en Fifer aan de ene kant, en Practical aan de andere kant voor ieder van ons een levenslang dilemma. Zolang er weinig is om ons zorgen over te maken, hebben we daar niet zo veel last van. Maar zodra we in bange tijden belanden, begint het dilemma te zeuren als een collectieve hoofdpijn.

In het toneelstuk Who’s afraid of Virginia Woolf suggereert Edward Albee dat de Grote Boze Wolf gelijk staat aan een huwelijk zonder illusies. Hij laat ons zien hoe de relatie tussen George en Martha door die angst wordt vergiftigd. In lijn met Albee kun je zeggen dat nu, in onze tijd, de Grote Boze Wolf de gedaante heeft van een toekomst zonder illusies. Of anders gezegd: we worden steeds banger voor de toekomst, omdat we geen hoopvolle toekomstbeelden meer kunnen bedenken. En als die angst echt de boventoon gaat voeren, komt – bewust of onbewust – de Practical in ons naar boven en verdwijnen Fiddler en Fifer uit beeld.

Daarom draag ik dit Studium Generale van harte op aan de twee dansende en zingende biggetjes. Ze moeten op onze steun kunnen rekenen, juist als we onder de dwang van praktijk en pragmatisme het fundamentele recht op onze illusies dreigen te verliezen.

%d bloggers liken dit: